FinConnect is een online bibliotheek van Vanden Broele

De bouwshift: het financiële plaatje voor lokale besturen

In Vlaanderen wordt er gemiddeld per dag zo een 5 à 6 hectare open ruimte bebouwd. De Vlaamse Overheid wil deze razendsnelle bebouwing van de openbare ruimte een halt toeroepen met de veelbesproken “bouwshift”. Deze bouwshift of betonstop zou ervoor moeten zorgen dat er tegen 2040 geen open ruimte meer aangesneden wordt. Hoe wil de Vlaamse regering dit doen? Door lokale besturen de mogelijkheid te geven de bestemming van bouwgronden om te zetten naar natuur-, landbouw-, of  bosgebied. Woonuitbreidingsgebieden die in 2040 nog overblijven, worden door de Vlaamse regering onbebouwbaar verklaard.

Door de wijziging van bestemming van de grond, kan de grond natuurlijk in waarde dalen en de grondeigenaars moeten hier volledig voor gecompenseerd worden door de lokale overheid.  De Vlaamse regering zal hiervoor als incentive naar lokale besturen toe een bouwshiftfonds oprichten waarin de regering elk jaar 100 miljoen euro zal storten tot 2040. Op die manier worden de gemeenten ondersteund bij de compensaties van de grondeigenaars. Vlaanderen komt in de helft tot 2/3e  tussen in respectievelijk landbouw- en bosgebied, waar natuurgebied onder valt. Bovendien is er budget nodig om de herbestemming op allerlei type bestemmingen toe te passen, niet enkel op woonreservegebieden.

Ondanks deze ondersteuning van de Vlaamse regering, zullen sommige gemeenten in Vlaanderen meer moeten betalen voor de bouwshift dan andere. De vraag is dus of het voor alle lokale besturen mogelijk zal zijn om de bouwzicht uit te voeren? In totaal zou 30 000 hectare aan gronden een nieuwe bestemming moeten krijgen, maar die zijn niet gelijk verdeeld over de ongeveer 300 gemeenten en steden. Er zal voor veel lokale besturen, ondanks het bouwshiftfonds, hoe dan ook een stevig prijskaartje hangen aan het uitvoeren van de bouwshift. De vraag is dan maar in hoeverre gemeenten geneigd zullen zijn om hun beleid richting de bouwshift te voeren. Bovendien is het ook lang niet zeker of de vooropgestelde 100 miljoen euro per jaar voldoende zal zijn om lokale besturen bij te staan bij de compensatie van grondeigenaars. Het is zo dat de marktwaarde van de gronden gecompenseerd moet worden en dat is allerminst een vaststaand bedrag.

Nog een bijkomende beperking is dat Vlaanderen een limiet van 5 miljoen euro per jaar per gemeente voorziet waardoor een gemeente die de nodige herbestemmingen door wil voeren, maar waar veel planologisch overaanbod is, indirect gedwongen wordt meerdere planprocedures verspreid over de tijd door te voeren. Bovendien zullen de gerechtelijke uitspraken ook geen rekening houden met de budgettaire limieten die Vlaanderen voor zichzelf stelt.

De kritiek luidt dus dat de kost van de beslissing van de Vlaamse regering om de bouwshift door te voeren, doorgeschoven wordt naar de lokale besturen en dat de bouwshift daardoor wel eens weinig succesvol zou kunnen zijn. Nu zal het dus van belang zijn om de middelen die er zijn zo efficiënt mogelijk in te zetten om het financieel plaatje rond te krijgen.

FinConnect dankt Peter Lacoere van HoGent voor de input. Voor wie meer wil lezen over dit onderwerp verwijzen we graag door naar de website Netwerk Architechten Vlaanderen

Bron: vrtnws.be 

 

Deel deze update via LinkedIn
Deel deze update via Facebook
Deel deze update via Twitter
Deel deze update via e-mail

Al onze nieuwsberichten in uw mailbox?

Schrijf u in op onze gratis nieuwsbrief en blijf op de hoogte van nieuwe regelgeving, relevante actualiteit, niet te missen opleidingen en studiedagen, ...