Sedert 21 maart 1804, de geboortedatum van het burgerlijk wetboek als de “Code civil des Français” – beter gekend onder de nieuwe naam die het op 3 september 1807 kreeg, de Code Napoléon – is het erfrecht nooit zo ingrijpend gewijzigd als nu.
Het huwelijksvermogensrecht werd eveneens met ingang van 1 september 2018 aangepast want enkel zo kon de maatschappelijke ontwikkeling die aan de basis ligt van het nieuw erfrecht samenhangend omgezet worden.
Het erfrecht ent zich op het huwelijksvermogensrecht omdat bij een overlijden eerst de huwgemeenschap wordt afgewikkeld en daarna pas het erfrecht aan bod komt. Het huwelijksvermogensrecht bepaalt zo de speelruimte van het erfrecht dat hierdoor zelfs volledig buitenspel kan worden gezet.
Zo hoeft het niet te verwonderen dat het nieuwe erfrecht ingesteld door de wet van 31 juli 2017 (B.S. 1 september 2017), dat ook in werking treedt op 1 september, nogmaals diepgaand gewijzigd werd, voor wat het huwelijksvermogensrecht betreft, door de wet van 22 juli 2018 (B.S. 27 juli 2018). Zo kunnen beide, net zoals een Siamese tweeling, één coherent geheel blijven vormen.
Het lijkt onzorgvuldige wetgeving, maar precies door die reflectieperiode van 1 jaar en door de nieuwe inzichten uit de tweede golf wetgeving te verwerken, krijgen we een meer voldragen eindresultaat.
1 september 2018 – ingangsdatum voor het nieuw huwelijksvermogensrecht en erfrecht dat soms de gevolgen van voorheen gedane schenkingen, testamenten en huwelijksbedingen wijzigt
De nieuwe wetgeving heeft vooral gevolgen voor huwelijkscontracten die gesloten worden en overlijdens die vanaf 1 september 2018 plaatsvinden. Behoudens tegen uiterlijk 1 september 2019 notarieel gemaakt voorbehoud, wijzigen echter ook sommige bepalingen de gevolgen van eerdere acties of treden de nieuwe bepalingen in werking naar aanleiding van een grote wijziging van het huwelijkscontract, de verkrijging van een goed, enzovoort... In deze bijdrage, die bestemd is voor de toepassing in de context van lokale openbare besturen, komen die laatste zaken niet aan bod, evenmin als de erfovereenkomsten die vanaf nu bij leven kunnen worden afgesloten. Het gaat ons om de uiteindelijk ontstane situatie op datum van overlijden waarmee men in het lokaal bestuur aan de slag moet.
Rode draad doorheen de wijzigingen
De grondtoon bij de diverse wijzigingen is de verhoging van het beschikkingsrecht van de huwelijkspartners en van de erflater.
Zo zijn de meest in het oog springende wijzigingen, naast de mogelijkheid om erfovereenkomsten te sluiten, dat het voorbehouden erfrecht van de langstlevende echtgeno(o)t(e) op de gezinswoning en de huisraad kan ingeperkt worden. Verder is het erfrecht van de ouders geen voorbehouden erfrecht meer en erven de zijverwanten andere dan broers en zussen niet langer als er een overlevende echtgeno(o)t(e) is. Anderzijds wordt het recht op vruchtgebruik van de langstlevende doorgetrokken naar goederen die de vooroverleden partner of echtgeno(o)t(e) had geschonken met voorbehoud van vruchtgebruik en wordt er een nieuwe categorie van goederen ingesteld, met name de goederen die exclusief tussen de echtgenoten in onverdeeldheid zijn. De regels voor de berekening van het vruchtgebruik van de langstlevende worden ook verfijnd.
De taken van de ontvanger van registratie met betrekking tot successierechten worden voortaan overgenomen door de Algemene Administratie Patrimoniumdocumentatie. De Vlaamse Codex Fiscaliteit neemt de plaats in van het wetboek Successierechten en de familierechtbank neemt voor een deel de rol over van de rechtbank van eerste aanleg.
Voortaan worden de notarissen – en niet de rechtbanken van eerste aanleg – het aanspreekpunt voor onder meer verwerpingen van nalatenschap of aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving. Dit betekent dat de informatie die al omtrent testamenten en huwelijkscontracten kon bekomen worden via de Federatie van Notarissen, ook voor wat die handelingen betreft daar gecentraliseerd wordt. De erfrechtverklaring bestaat niet langer.
Voor de praktijk is het dan ook van groot belang dat de gemeenten en OCMW’s toegang kunnen verkrijgen tot dit bestand. Dit kan gewoon online, met een aanvraag aan de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat: het specifieke formulier kunt u eenvoudigweg hier downloaden.
Tip: een up-to-date analyse van alle nieuwe erfrechtbepalingen, andermaal toegepast op de praxis van de lokale besturen, vindt u binnenkort in de heruitgave in het kader van de reeks “Juridische knelpunten”, online consulteerbaar via FinConnect.