Steden en gemeenten profiteren éénmalig van een significante stijging van de inkomsten uit personenbelasting voor het budgetjaar 2023 en krijgen op deze manier wat extra financiële ademruimte.
Traditiegetrouw ontvangen de steden en gemeenten in de loop van de maand oktober van FOD Financiën een schrijven met een budgettaire herraming voor het lopende begrotingsjaar op vlak van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting (APB). Ook dit jaar werd hier reikhalzend naar uitgekeken om vast te stellen in welke mate een eventuele stijging van het geraamde belastingbedrag de stijgende energie- en loonkosten kan compenseren. Vorige week werd de betreffende brief ontvangen, doch de impact voor 2022 blijft echter vrij klein.
Naast deze herraming voor 2022 was de brief met de initiële raming van de inkomsten uit de personenbelasting voor het budgetjaar 2023 ook aangekondigd. Tot ieders grote verbazing bleek het vermeldde belastingbedrag een zeer grote – positieve - afwijking (+27%) te vertonen in vergelijking met het bedrag dat in het laatst goedgekeurde meerjarenplan was ingeschreven voor 2023 en dit op basis van de gegevens van FOD Financiën juni 2022. Het stond in de sterren geschreven dat de ontvangsten uit de aanvullende personenbelasting mee zouden stijgen met de inflatie maar niemand kon of wilde hierover een gokje wagen. Immers de naweeën van de coronacrisis moesten ook nog deels verwerkt worden in de cijfers.
Terwijl in sommige steden en gemeenten de zorgvuldig opgeborgen budgettaire plannen terug enthousiast uit de kast werden gehaald, werd op andere plaatsen de desbetreffende brief minutieus geanalyseerd. Wat blijkt?
“Ingevolge de aanpassing van de federale boekhouding en teneinde de boekhoudwet van 22 mei 2003 toe te passen, zullen alle steden en gemeenten 14 maanden in plaats van 12 maanden aan ontvangsten innen gedurende het jaar 2023. De volgende jaren zullen alle steden en gemeenten opnieuw 12 maanden aan ontvangsten innen. Het gaat dus om een eenmalige operatie. Dit verklaart grotendeels de belangrijke stijging van de geschatte inkomsten voor 2023. Daarnaast mag men mag ook niet vergeten dat deze stijging eveneens te wijten is aan de inflatie en aan de geschatte stijging van de inkomsten, rekening houdend met de indexatie van de belastingschalen.”
De fiscale toverstaf werd bovengehaald en het jaar 2023 zal voor de lokale besturen 14 maanden lang duren, hopelijk enkel wat betreft de ontvangsten uit de APB.