We berichtten eerder via ons platform HRMConnect al over de overschrijding van de spilindex in juli, waardoor de lonen en wedden van het overheidspersoneel al voor de vierde keer aangepast werden vanaf 1 september. Maar zoals ook in diverse media al werd aangekondigd voorspelt het federaal Planbureau nu reeds dat tot eind 2023 nog vier verhogingen van de spilindex mogen worden voorzien. Lokale besturen kunnen zich al voorbereiden op overschrijdingen van de spilindex in oktober 2022, december 2022, februari 2023 en juli 2023. Dat betekent dus verhogingen van de lonen en wedden in december 2022, februari, april en september 2023. De loonkosten voor lokale besturen blijven daarmee enorm stijgen de komende tijd.
Aangevuld met de steeds maar stijgende energieprijzen, is dit uiteraard een erg zware financiële dobber, ook voor lokale besturen.
Aan de andere zijde hebben deze evoluties ook omgekeerd een licht positief effect, nl. de automatische indexering van de kadastrale inkomen op basis van de evolutie van het indexcijfer voor consumptieprijzen zou de inkomsten uit de opcentiemen op de onroerende voorheffing in 2023 met ongeveer 9,3% moeten doen toenemen. Daarnaast wordt ook de belastbare loonmassa van de inwoners van de lokale besturen steeds groter, waardoor de opbrengsten die voortvloeien uit de toepassing van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting (APB) zullen stijgen. Al is dit effect uiteraard met de nodige vertraging te verwachten en zal deze impact pas zichtbaar zijn in de cijfers van de begrotingsjaren 2024 en 2025. Wat uiteraard de laatste twee jaar zijn van de huidige cyclus van het meerjarenplan 2020-2025.
Niettegenstaande dit mild positief effect benadrukt ook VVSG de noodzaak om het debat over de vaste groei van het Gemeentefonds zeker te blijven voeren en de hoogdringendheid daarvan. Benieuwd of de vraag van VVSG gehoor zal krijgen rond de Vlaamse regeringstafel bij de komende begrotingsbesprekingen voor 2023.
(Bronnen: VVSG en federaal Planbureau)